ひとことオランダ語会話

「おはよう」 Goedenmorgen.
「こんにちは」 Hallo.
「こんばんは」 Goedenavond.
「おやすみなさい」 Welterusten.
「さようなら」 Tot ziens.
「ありがとう」 Dankjewel.
「どうもありがとう」 Heel erg bedankt.
「どういたしまして」 Graag gedaan.
「失礼!」 Sorry!
「ごめんなさい」 Excuseer.
「申し訳ありません」 het spijt me.
「もう一度言って下さい」 Pardon.
「はい」 Ja.
「いいえ」 Nee.
「はじめまして」 Aangenaam.
「お会いできて嬉しいです」 Aangenaam kennis te maken.
「お願いします」 Alstublieft
「お元気ですか?」 Hoe gaat het met u?
「元気です」 Ik ben goed
「これは何ですか?」 wat is dit?
「○○はどこにありますか?」 Waar is ○○?
「道に迷っています」 Ik ben verdwaald.
「おいくらですか?」 hoe duur is het?
「美味しいです」 Dit vind Ik lekker
「わかりません」 Ik begrijp het niet.
「知りません」 Ik weet het niet.
「助けてください」 Ik heb uw hulp nodig
「手伝ってください」 Kan je me helpen?
「緊急です」 Het is een noodgeval.
「英語を話せますか?」 Spreekt u Engels?

SNSでシェア!

このエントリーをはてなブックマークに追加